Waarom mensen het aller mooiste meestal voor zich houden
Door: Arianne Rooyens-KantersLaatste reactie: Zo 18 Jun 17
Geraakt door onderstaand fragment uit het boek dat ik lees:
"En jij?" Hierna zal hij, om geen snee te riskeren, toch echt even zijn mond moeten houden. "zijn jouw herinneringen mooi of gaat het moois nog komen?"
Mooi? Wat vind ik mooi? Er is zoveel. Het meeste daarvan zit aan Lise. De rest is ergens in de bergen. Ik wil met een voorbeeld komen waar niks tegen in te brengen valt. Ik duik in mijn plezier op zoek naar iets, zo mooi dat hij het met al zijn knappe kunsten niet zou kunnen bedenken.
Het eerste wat mij te binnen schiet is gewoon haar lach, zoals ze je soms aan kan kijken, maar dat zeg ik niet want dat klinkt niet bijzonder genoeg. Het moet in één keer goed zijn. Haar wenkbrauwen dan, zoals ze die eerst samen knijpt, vlak voordat ze komt, totdat er kuiltjes en rimpeltjes verschijnen op haar voorhoofd en rode vlekjes overal en hoe dat dan allemaal in een adem wegzakt, glad trekt en ontspant. Maar ja, misschien hebben alle vrouwen dat.
Stel je voor dat je met zoiets komt en iemand haalt er zijn schouders over op. Dit geldt dan eigenlijk voor alles wat zo heerlijk aan haar is. Hoe haar haren ineens los waaieren wanneer ze zich over me heen buigt en zoals ze ons dan weer omsluiten- zo veilig als dat voelt! Dan is het of we met zijn tweeën in haar schuilen. Of dat ze zomaar huilen kan om een verhaal dat ze ter plekke zelf verzint. Machtig vind ik dat. maar misschien is het eigenlijk niks. Ik weet het niet, ik heb geen vergelijk. Zelfs mijnheer, die je met de beste wil van de wereld geen vrouwenman kunt noemen, heeft in Parijs, hij heeft het zelf verteld, tegen betaling nog een hele batterij cocottes afgewerkt.
Ik begin te begrijpen waarom mensen het aller mooiste meestal vóór zich houden.
De bergen dan maar. Zoals om een uur of vijf zonnige toppen kunnen weerspiegelen in een schaduwmeer. Of om precies te zijn: die vier grote rotsblokken op de Jenatsch, net voor de top, een half uur van de derde hut. Helemaal bedekt met mos zijn die en ze zien eruit alsof een reuzenkind ze eerst opgestapeld heeft en daarna omgestoten. Als ik zoiets zie kan ik een heel verhaal bedenken. Of wanneer je diep beneden je de lichtjes van een dorp ziet, de plotselinge troost dat, hoe eenzaam jouw wandeling ook is, het leven altijd ergens doorgaat.
Een voor een passeren ze, uitzichten en inzichten waardoor ik me zo heb laten overweldigen dat het soms leek alsof mijn geest ervan naar adem hapte, en de een na de ander vallen ze tegen als ik eraan denk dat ik ze met iemand delen moet.
Dit zijn mijn herinneringen.
Ik vind ze mooi.
Ik weet ze te vinden en kan ernaar teruggaan. Als ik wil kan ik ze altijd gaan bekijken, Zoals toeristen komen kijken naar de schilderijen van Segantini.
"Ik ben geen kunstenaar, mijnheer" geef ik hem uiteindelijk als antwoord.
Ik til het puntje van zijn neus een beetje op en scheer tot slot zijn bovenlip. We luisteren samen naar het laatste schrapen.
Fragment uit het boek 'Vaslav' van Arthur Japin.
Om het boek bij Bol te bekijken: Klik hier.
Word lid om reacties op het forum te kunnen lezen
Wil je de reacties van anderen lezen?
Of wil je zelf reageren?
Log in met het formulier hieronder of
Word lid van de besloten omgeving van Geniet.je.
Dat kan eenvoudig en snel met het formulier hieronder.